Hoofdstuk 7: Arrays

7.1          Inleiding arrays
7.2          Fixed-size arrays
7.3          Dynamic arrays
7.4          Belangrijke eigenschappen
Oefeningen hoofdstuk 7

7.1         Inleiding arrays

Een array is eigenlijk een tabel of matrix waarin we meerdere waarden van hetzelfde datatype kunnen opslaan. Aan iedere waarde in een array wordt een index toegekend.

Soms moeten we grote hoeveelheden gelijkaardige gegevens bewaren in het geheugen van de computer, zoals bijvoorbeeld een lijst met leveranciers. Het is quasi onmogelijk om voor iedere leverancier een nieuwe variabele te definiëren. In deze situatie kiezen we voor een array zodat we alle leveranciers op één geheugenadres opslaan.

Figuur 7.1 arrays

Figuur 7.1: Voorbeeld array

Omdat we een array beschouwen we als een variabele, moeten we een array ook declareren. In ons voorbeeld declareren we een Array-variabele van het type string. De vierkante haken [ ] na het type geven aan dat de variabele een Array is. Om een array te dimensioneren beginnen we te tellen vanaf 1. In ons voorbeeld maken we dus een array aan met 5 velden. De index binnen de array daarentegen beginnen we te tellen vanaf 0.

De toekenning van waarden aan de velden kan op 2 manieren. Ofwel vullen we de velden één voor één op zoals in ons voorbeeld, ofwel vullen we de velden al onmiddellijk bij het declareren in zoals afgebeeld in figuur 7.2.

Figuur 7.2 arrays

Figuur 7.2: Voorbeeld array bis

Aan de hand van de naam van de array en het volgnummer (index) kunnen we een specifieke leverancier terug opvragen. In ons voorbeeld vragen we leverancier [2] (dit betekent index 3) op.

Figuur 7.3 arrays

Figuur 7.3: Console voorbeeld array

Top

7.2         Fixed-size array

In ons voorbeeld in de inleiding ligt het aantal velden vast, namelijk 5. Dit noemen we een fixed-size array. In dit geval hebben we te maken met een eendimensionale array.

We kunnen ook een tweedimensionale array aanmaken.

int[,] arrayTweeDim = new int[2, 3];

Arrays met nog meer dimensies komen  in de praktijk niet vaak voor.
Top

7.3         Dynamic array

Op het ogenblik dat we de code programmeren, weten we niet altijd uit hoeveel elementen een array zal bestaan. Tijdens de uitvoering kunnen we een array dimensioneren in de vorm van een ArrayList. Een ArrayList maken we als volgt:

ArrayList arrayLev = new ArrayList();

Het grote voordeel van een ArrayList is dat we de elementen van de array vlot kunnen manipuleren.

Figuur 7.4 arrays

Figuur 7.4: Methoden ArrayList

Top

7.4         Belangrijke eigenschappen

Figuur 7.5 arrays

Figuur 7.5: Eigenschappen array

Top

Oefeningen hoofdstuk 7

Oefening 7-1     Ontwerp een consoletoepassing waarmee je aan de gebruiker 3 getallen opvraagt. De getallen bewaar je in een array. Bereken de som van deze getallen en geef de uitkomst weer in de console.

Oefening 7-2     Ontwerp een console waarmee je aan de gebruiker 9 getallen opvraagt. Bewaar de getallen in een array. Vervolgens vraag je aan de gebruiker het hoeveelste getal hij wil zien. Het resultaat geef je weer in de console.

Oefening 7-3     Ontwerp een console waarmee je aan de gebruiker 10 getallen opvraagt. Je toont als resultaat in de console enkel de even getallen.

Oefening 7-4     Je declareert 3 arrays met telkens 5 waarden. De eerste 2 arrays vul je op met getallen tussen 0 en 10. De derde array vul je achteraf op met de som van de overeenkomstige velden uit array 1 en 2. Je toont in de console de 3 arrays in de vorm van een som.

Oefening 7-5     Ontwerp een consoletoepassing waarmee je de namen van de leerlingen van je klas opvraagt. Bewaar de namen in een array. Je vraagt de gebruiker eerst hoeveel waarden hij wil ingeven en je voorziet dan voldoende ruimte in de array. Toon de namen in de console.

Oefening 7-6     Pas de oplossing van oefening 7-5 aan zodat de namen alfabetisch weergegeven worden in de console.

Top
OPLOSSINGEN

Vorige          Volgende